De
familiegeschiedenis begint omstreeks 1600 met Johan Slijkelman, boer in de
buurschap Schlickelde bij het plaatsje Mettingen nabij Osnabriick.
Een
zijner nakomelingen, de manufacturenkoopman Jan Gersen Slijckeman (1726-1802), vestigde
zich omstreeks 1760 vanuit Mettingen in het Westfriese Abbekerk en uit zijn
huwelijk met Antje Pieterse Prins van Zijdewind stamt het Westfriese geslacht
Slijkerman, Hun nakomelingschap wordt in dit boek uitgebreid ter sprake
gebracht en natuurlijk ontbreken daarbij talrijke familiefoto's niet. Waardoor
deze d.m.v. dit unieke boekwerk voor het nageslacht bewaard blijven.
Niet alleen degenen die op enigerlei wijze uit dit
geslacht stammen zullen in deze publikatie veel van hun gading vinden; ook bijvoorbeeld
de socioloog zal met het hier gegevene uit de voeten kunnen. Immers de
beschrijving van deze typische rooms-katholieke boerenfamilie uit
Westfriesland geeft tevens een stuk maalschappijgeschiedenis weer. Deze
beschrijving wordt voorafgegaan door een beschrijving van de
tjeutenorganisatie en de ontstaansgeschiedenis van het graafschap Lingen en het
bisdom Osnabrugge en door een voor de Nederlandse literatuur uniek overzicht
van de historie van het graafschap
Lingen;
het stamgebied van de Slijkermannen. Onnodig te zeggen dat deze hoofdstukken
zeer belangwekkend zullen zijn voor een ieder die geïnteresseerd is in de
historie van deze streek.
Ook
wordt er uitgebreid aandacht besteed aan de diverse familiegroepen
Slijkelman/Slijkerman/Schlickelmann te Mettingen en omstreken in de periode
circa 1600-1850. De te geven genealogieen zullen tevens van belang zijn voor
degenen die interesse aan de dag leggen voor de rooms-katholieke families te
Mettingen (o.a. de aanverwante geslachten als Brenninkmeijer, Ten Brink, lampe,
Moormann, Voss en vele anderen) en de Tjeutengeslachten in
het algemeen.